Werd mij pakweg zo’n 20 jaar geleden gevraagd wat de overeenkomst was tussen
– een school en een ziekenhuis
– een bank en een zorginstelling
– een wooncorporatie en een ziekenhuis
– een bank en een school
ik zou erg snel klaar zijn geweest met mijn antwoord. Zou men mij naar de verschillen hebben gevraagd, ik zou aanmerkelijk meer tijd nodig hebben gehad om een flinke lijst te produceren.
In 2012 blijkt het precies tegengesteld te liggen. Dat maakt die crisis waarin we zitten overduidelijk. Al eerder heb ik eens langs mijn neus weg opgemerkt, dat de crisis in bepaalde opzichten ook een goede zaak blijkt te zijn. Omdat er veel “branches” als het ware met de billen bloot moeten. Waar zelfs in de eerste jaren van de crisis [2008, 2009] de geldstromen nog volop in stand bleven zijn we inmiddels het punt gepasseerd waarop die geldstromen grotendeels zijn droog gevallen. En komt even onvermijdelijk als genadeloos in beeld, wat al die bovengenoemde instellingen [veelal gefinancierd vanuit enorme bassins gevuld met gemeenschapsgeld] in de afgelopen 5-10 jaar hebben uitgevoerd.
Ik ga niet uitgebreid voorbeelden uit de praktijk behandelen, want iedereen zou inmiddels voldoende daarover geïnformeerd moeten zijn. En de mensen, die dat zelfs nu nog niet zijn, daar schrijf ik mijn logjes niet voor. Zo simpel is dat.
Een paar namen noemen voor de herkenning wil ik wel. Amarantis, Vestia, Ruwaard, Philadelphia, Woonbron, InHolland. Er zijn er veel meer, maar laat ik hier maar bij laten.
Verschillen zijn op de vingers van één hand te tellen, overeenkomsten zijn er velen.
– men bouwt paleizen en glazen torens, die doen denken aan afgodsbeelden;
– men heeft de corebusiness afgezworen en ingeruild voor geld en luxe
– men verspilt en verkwist alsof het allemaal niet op kan
– men heeft zelfverrijking tot een religie verheven
Binnen al die branches, waar het narcisme en hedonisme welig tiert, frequenteert een relatief kleine, maar machtige kliek aan mensen, die verslaafd zijn aan het besturen. En bij het bevredigen van die verslaving optimaal worden bediend. Het ligt voor de hand te zeggen, dat die bediening in handen is van de overheid. In wezen is dat ook zo, maar “overheid ” is een abstract begrip. In feite een verzamelnaam voor een andere kliek bestuurders, die zich erop beroepen te doen wat ze te doen omdat de burger hen daartoe heeft geroepen. De politiek.
Belofte maakt schuld
Het is de politiek geweest, die vanaf begin deze eeuw en terwijl de jaren verstreken in steeds hoger tempo en met steeds dikkere oogkleppen op de privatiseringsgolf over Nederland [in navolging van overal in Europa] heeft laten stromen.
De “Holy Market” was de nieuwe God; alles en iedereen moest eraan geloven en er voor buigen. Prachtige vergezichten werden geschetst, die allemaal o.m. gemeen hadden de verzekering dat het allemaal voor ons aller “benefit” zou zijn.
Openbaar Vervoer, Zorg, Onderwijs, Wonen, Energie …. op al die terreinen zou het ontzettend veel beter gaan. Want concurrentie, het kenmerk van de Holy Market, zou het voor de burger beter maar vooral ook goedkoper maken.
Zo´n belofte maakt conform de wetmatigheid die daar nu eenmaal geldt schuld.
Schuld moet worden ingelost.
De betekenis van die vier woorden ondervinden wij anno 2012 dagelijks aan den lijve.
Zowel op Europees niveau [om het uur is er wel een politicus, die het over terugdringen van het begrotingstekort of het terugdringen van de staatsschuld heeft of over de noodzaak voor Europese “broederstaten” om hun financiële zaakjes op orde te brengen] als op individueel niveau [de term “onder water staande hypotheken” moet voldoende zijn].
De politiek heeft mede [ik laat het aan u over hier “hoofdzakelijk” te willen lezen] schuld aan de situatie van nu. Niet alleen omdat de prachtige vergezichten van destijds zijn veranderd in aarde donkere stormluchten. Niet alleen door die op niets gebaseerde projecties van een toekomst onder de privatiseringshemel.
Maar veel meer nog omdat ze op een schromelijke, welhaast onvoorstelbare wijze tekort is geschoten. Met name op het gebied van het houden van adequaat toezicht op wat er onder die privatiseringshemel allemaal voor streken werden uitgehaald.
En daarmee kom ik meteen uit bij de aanloop van dit log: de overeenkomst tussen banken, scholen, ziekenhuizen, zorginstellingen, vervoersbedrijven, wooncorporaties, energiebedrijven en alles wat er momenteel maar geprivatiseerd zijn gang gaat.
Die overeenkomst is , zo is inmiddels overduidelijk, naast de al eerder opgesomde het ontbreken van dat adequate toezicht. “Toezicht” was er wel [denk maar aan die brei aan clubs zoals de Inspectie voor de Gezondheid, Onderwijsinspectie en honderden anderen.
Al die clubs hebben,als ik het beschaafd uitdruk, gedisfunctioneerd. De praktijk van vandaag maakt dat onthutsend duidelijk. Geheel onverklaarbaar is dat overigens niet, omdat in al die Inspectieclubs, inclusief de Raden van Toezicht, het soort mensen werd neergezet wat ik al eerder omschreef als “verslaafd aan besturen”. In hoofdzaak niet om het besturen zelf, maar om de prettige bijkomstigheden die daaraan verbonden zijn.
Dat bij wooncorporaties, ziekenhuizen, scholen door die toezichthoudende verslaafden werd gefaald impliceert, dat ook de politiek [niet alleen de uitvoerende tak, maar ook die 150 praalhansjes in de 2e Kamer die zichzelf zo graag profileert als de controlerende tak]
enorm heeft gefaald. Want daar rust de verantwoordelijkheid voor het aanstellen van die clubs vol verslaafde incompetente narcisten en/of hedonisten.
Toen ik de nieuwbakken minister Bussemaker een beetje bibberig en zweterig hoorde verklaren, dat ze vond dat moest worden bezien of vervolging van de graaiers van Amarantis mogelijk was voelde ik geen moment verbazing. “Ons dekt ons” is het credo en stel je toch eens voor, dat zo’n graaier voor de rechtbank dingen gaat openbaren, die we liever niet geopenbaard zien worden.
Maar het zal u niet verbazen, dat er wel woede bij mij opborrelde. Want in die woorden van Bussemaker [maar haar naam staat voor al die andere mannen en vrouwen, die het stempel “grotesk gefaald” op hun voorhoofd verdienen] is geen spoor te herkennen van het besef, dat al die beloftes uit de hoogtijdagen van het markt denken, die stuk voor stuk zijn uitgemond in drama’s, een schuld hebben gemaakt die ingelost moet worden.
Als dat werkelijk de houding is die de politiek [uitvoerende en controlerende macht] denkt te kunnen aannemen, wel, doek dat hele zooitje wat mij betreft dan maar op.
Want het is dan echt geen knip voor de neus meer waard en ik voel er niets voor me door hen vertegenwoordigd te moeten voelen.
En wie mij kent weet dat die conclusie mij meer zeer doet dan welke andere ook als het om de politiek gaat.